donderdag 14 april 2011

Hoe is de mens erachter gekomen wat er toen allemaal is gebeurt?


Door potten. De Jagers en Verzamelaars reisden rond. Ze hadden wel potten, maar niet van die hele zware, omdat je daar dan steeds mee moest rond zeulen. Ook werden er tekeningen gemaakt over het houden van vee. Er werden ook gebouwen gemaakt omdat ze niet meer rondreisden en die bleven behouden. Tenten daarentegen werden niet behouden, en daardoor kon er goed begrepen worden wanneer de mens op een vaste plaats ging wonen.

Door: Léon
Bronnen: PowerPoint Gamma Geschiedenis, Memo 1.
Plaatje:http://www.museumkennis.nl/lp.rmv/museumkennis/i002772.html




donderdag 7 april 2011

Waar geloofde de jagers en verzamelaars in?

De jagers en verzamelaars geloofde in natuurgoden, die natuurgoden gingen ze eren door grotschilderingen te maken en hoopten dat dit ook zou gebeuren. Hieronder zie je een paar voorbeelden.






Ook dachten de jagers en verzamelaars dat als de dieren dood gingen, de goden hun strafte.
Dat was ook een reden waarom ze de goden gingen aanbidden.
Zij hoopten dat als ze dat deden de goden hun met rust lieten, en als er toch iets gebeurde dachtten dat ze niet genoeg hadden aanboden.

Door Jan
Bron plaatjes:

Wat zijn de voordelen van landbouw en van jagen en verzamelen?

Jagen en verzamelen

De voordelen zijn:
Hier zijn bijna geen voordelen omdat ze de hele poos moeten rond trekken en heel veel moeite moeten doe om eten te krijgen.
Ook komt het omdat er weinig voedsel was, en hele kleine groepjes van zo’n 20 tot 30 mensen.
Als er te weinig prooien waren gingen ze dood.
Want dan was er natuurlijk geen voedsel meer!
Er was maar een voordeel en dat was dat ze boven aan de voedsel keten stonden.

Landbouw

De voordelen zijn:
Meer kennis over planten.
Niet de hele tijd hoeven te trekken.
Grotere groepen. (dus er was meer voedsel, dus er waren meer mensen die konden eten, daardoor ontstonden grote steden, en niet iedereen hoeft meer z'n eigen voedsel te verbouwen.)
Specialisatie.
Culturen ontstaan.
Grote steden.
Etc.
Door Jan.
bron plaatje:

Welk tijdvak en jaartallen horen bij de belangrijkste gebeurtenissen van deze periode?

Het tijd vak van deze periode is: jagers en boeren die van het begin der tijden tot 3000 V.C.
Een andere naam voor dit tijd vak is de prehistorie.
Eigenlijk is dit nog geen geschiedenis omdat die pas begon toen de mensen konden schrijven.
Vandaar de naam PRE historie.
De belangrijkste gebeurtenissen zijn:
  1. 9000 V.C. de geleidelijke overgang naar landbouw.
  2. 7500 V.C  men gaat vee houden bijv. koeien schapen en varkens.
  3. De reden waarom de mensaap evolueerde naar de oermens was survival of the fittest.
Omdat de mensen over gingen op landbouw ontstond de eerste grote cultuur: de Egyptenaren.

Door Jan.
bron plaatje:

Wat bedoelen we met specialisatie?

Nadat iedereen niet meer zijn eigen eten hoefde te verbouwen, kwamen er beroepen (specialisatie).
Mensen die iets goed konden, gingen dat doen als beroep.
Als je lekker brood kon bakken, werd je bakker.
Zo ontstonden de eerste beroepen.
Er ontstond ook een ruilhandel.
Voor je vak of beroep kon je eten en andere benodigdheden ruilen.
Daardoor kwamen er ook sociale lagen.
Door Léon
Bronen Info:
PowerPoint Gamma, Memo 1
Bron plaatje:

Wat waren de rituelen van de jagers en verzamelaars?

De jagers en verzamelaars geloofden in de natuurgoden, natuurgoden zijn goden die achter elke gebeurtenis in de natuur zitten.
De jagers en verzamelaars maakte muurschilderingen.
Deze muurschilderingen waren voor de goden, zo werkte het ongeveer: als de jagers en verzamelaars een muurschildering maakte van een gevangen koe, dan dachten ze dat die schildering in het echt zo uitkomen en dat ze dus binnenkort een koe zouden vangen.
De jagers en verzamelaars maakte muurschilderingen van een speciaal soort verf, maar dat hoefde niet want in de zachtere wanden kerfden ze met stokken tot de gewenste tekening er stond.
Ook maakte ze kettingen en poppetjes die de natuurgoden moesten symboliseren.
door Kick.
bron plaatje:

Wat waren de oorzaken van de overstap naar de landbouw?

Het werd warmer, daardoor was er minder water en regen en gingen dieren en planten dood.
Overal ter wereld ging de temperatuur omhoog, en overal ter wereld moest de mens zich aanpassen om te overleven.
Rond 9000 V.C. was er een geleidelijke overgang naar de akkerbouw.
De mens stopte met rondtrekken en ging op een vast plaats wonen.
De mens leerde ook meer over planten.
Rond 7.500 V.C. ging de mens vee houden.
Er kon meer voedsel worden verbouwd en er kwamen grotere groepen mensen.
Niet iedereen hoefde meer zijn eigen voedsel te verbouwen.
Ook kon men beroepen gaan uitvoeren.
Zo ontstond het eerste grote rijk (Egypte).
Door Léon.
Bronnen Info:
PowerPoint Gamma Geschiedenis
Bron plaatje:
http://demoschool.timerime.com/en/period/373709/Tijd+van+jagers+en+boeren/

Hoe verliep de evolutie van de mens?

Een evolutie is een grote langzame verandering.
Charles Darwin heeft het boek ‘Survival of the fittest’ geschreven.
Het is in het Nederlands vertaald: ‘Recht van de sterkste’.
Dat is een theorie hoe de evolutie van de mens verliep.
De vroegere mensen gingen steeds meer rechtop lopen, zoals je op het plaatje kan zien.
Waardoor ze hun handen vrij hadden om werktuigen en wapens te gebruiken.

De voordelen van rechtop lopen zijn:
-         je hebt je handen vrij, voor bijvoorbeeld een speer, of wapens.
-         Het kost minder energie, je loopt op je achterpoten.

Darwin zei: ‘omdat de mens zich het beste aanpaste, kon de mens zich gemakkelijk voortplanten.’
door Inge.
bron plaatje:
powerpoint meneer Wit, www.elo.gsgschagen.nl

Hoe verliep de taakverdeling bij de jagers en verzamelaars, wie deed wat?

Er was een taakverdeling!
De mannen jaagden op de beesten, daar ging de groep van eten.
Ze jaagden op bijvoorbeeld: geiten, gazellen, wilde runderen en in Europa rendieren.
De huiden gebruikten ze voor kleding, en in de huizen.
De vrouwen verzorgden de kinderen, verzamelden vruchten en verwerkten de huiden.
De dingen die vrouwen in de natuur zochten waren bijvoorbeeld:
bessen, vruchten, knollen, wortels en andere planten die eetbaar zijn.
Vissen was ook een manier om aan voedsel te komen.
Jagen en verzamelen was nu nog het enige middel van bestaan.
Een middel van bestaan is een manier waarop mensen zich in leven houden.
Later veranderde dit in landbouw.
door Inge.
bron plaatje:

donderdag 31 maart 2011

Hoe leefden de eerste boeren?

Het werd warmer, en er kwam een klimaatsverandering.
Het was toen moeilijker om voedsel te vinden.
Omdat het zo koud was.
De mens moest zich overal ter wereld aanpassen, om te kunnen overleven!
Dus, rond 9000 voor Christus, was er een geleidelijke overgang naar akkerbouw.
Men ging op een vaste plaats wonen in een huis zodat ze akkers konden maken, hierdoor krijgt men ook meer kennis over planten!
Men kon zich gaan specialiceren (ze kregen beroepen). doordat er nu meer producten kwamen begonnen de mensen ook aan ruilhandel.
En vanaf ongeveer 7500 voor Christus, gingen mensen wilde dieren temmen, en houden als vee.
Bijvoorbeeld koeien, geiten en varkens, hiervan zijn ook nog botten terug gevonden.
Dorpen werden langzamerhand groter,omdat ze zich gingen specialiceren en veranderden in steden.
door inge en kick.
bron plaatje:

Wat waren de gevolgen van de overstap naar de landbouw?

Er waren heel veel gevolgen van die overstap.
Bijvoorbeeld dat mensen op een vaste plaats gingen wonen.
Vroeger trokken de mensen weer verder als een groot deel van de dieren al gedood waren.
Ook kreeg men in die tijd meer kennis over de natuur
Bijvoorbeeld: dat een plant bij een bol/zaadje begint en zo steeds groter word.
Er kon nu steeds meer voedsel worden verbouwd waardoor je in grotere groepen kon leven.
Het was zinloos om in die grotere groepen iedereen voedsel te laten verbouwen dus konden de mensen zich gaan specialiseren (bakker,smid).
Zo kwamen ook de eerste steden.
Het wiel werd ook uitgevonden, zo konden ze gemakkelijker dingen verplaatsen.
Het schrift werd ook uitgevonden, dus konden ze schrijven.

door Kick
bron plaatje:

Hoe leefden de jagers en verzamelaars?

Jagers en verzamelaars trokken rond om aan voldoende voedsel te komen.
Ze woonden dus niet op een vaste plek.
Ze leefden in een soort kringloop.
Het gaat zo: ze leefden in een stam van ongeveer 20 tot 30 personen.
Ze bouwden huizen van takken, bladeren, mest, stenen en andere dingen uit de natuur.
Dat deden ze omdat ze rondtrokken.
Ze leefden met een groep dus op 1 plek, en als ze daar alles hadden ‘opgemaakt’.
(dieren vellen en vlees gegeten, de bladeren en bomen kappen, de bessen geplukt hebben enz.)
Als ze dat hadden ‘opgemaakt’ gingen ze met z’n allen naar een andere plek.
Op de plek waar ze alles hadden ‘opgemaakt’, kwamen weer allemaal nieuwe dingen.
Planten en bomen groeiden aan, en er kwamen weer nieuwe diertjes.
Als ze de nieuwe plek ook ‘opgemaakt’ hadden, gingen ze weer naar die andere.
Zo ging het dan de hele tijd door, en dat werkte prima!

De jagers en verzamelaars hadden een taakverdeling.
De vrouwen zorgden voor de kinderen, verzamelden vruchten en verwerkten de huiden van dieren.
De mannen jaagden op wilde dieren, zodat ze de huiden konnen gebruiken en het vlees konden opeten.